Skip to content

Geen zorgen, het wordt vanzelf weer slecht

Na een lange, lange winter (lees winter in een pandemie wanneer je toch al niet van winter houdt) werd het, jawel, lente! De sneeuw verdween, de krokusjes kwamen tevoorschijn en zelfs de zon kwam buitenspelen. Ik sterf geen duizend doden meer wanneer ik naar buiten ga, ik hoef niet meer als mummy te slapen en de autoruiten hoeven niet meer gekrabd te worden in de toch al sombere ochtenden. Het wordt eerder licht en later donker. En van al die vitamine d wordt ik me toch een partij vrolijk! Mijn latin lijst op spotify gaat aan, de ramen gaan open en de voorjaarsschoonmaak kan beginnen. Mijn kleine speelt met mijn bestie’s kleine op de glijbaan buiten. Wandelen is ook weer heerlijk.

De meeste mensen zien mij als een vrolijk spontaan mens. Glas altijd halfvol, blij ei, etc. Maar de mensen die mij echt kennen weten: ik ben een ras pessimist. Mijn glas is chronisch leeg. In mijn pot aan het eind van de regenboog zit geen goud, maar stront. Ik vind dat een heerlijk veilig plekje om te zijn, zo valt nooit iets tegen. Want verwachtingen he, dat zijn bitches. 

Dus toen ik zo vrolijk door de eerste lentedagen ging was er al zo’n onbehaaglijk gevoel en koppig als ik ben, heb ik het genegeerd. En kijk mij nu. Met buikgriep (en alles wat daarbij komt kijken), ongesteldheid en drie enorme puisten kijk ik ‘s avonds om 21:30 Baby TV omdat mijn nazaat niet wil slapen.

Best universum, ik heb mijn lesje weer geleerd. Ik sta weer met twee humorloze poten op de bodem van de uitzichtloze put en zal nooit meer overlopen naar de optimisten. Tot ik de wodka kan vinden in ieder geval.

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *